Meerdere Britse politici hebben tussen 1960 en 1990 kindermisbruik gepleegd, en ‘zijn beschermd tegen vervolging’. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek naar kindermisbruik in het Verenigd Koninkrijk. Er was geen sprake van een ‘groot pedofilienetwerk’.
Britse politici, politie en aanklagers hebben jarenlang ‘een oogje dichtgeknepen’ voor aanwijzingen van kindermisbruik in de politiek. ‘Het is duidelijk dat er zware fouten zijn gepleegd door de instellingen van Westminster in hun houding tegenover aantijgingen van seksueel kindermisbruik. De instellingen van ons land zijn er niet in geslaagd het misbruik te herkennen, ze hebben actief misbruikers beschermd, en aantijgingen toegedekt’, staat te lezen in het document van 173 pagina’s, het resultaat van twee jaar van verhoren.
Meerdere politici worden bij naam genoemd. Het liberale parlementslid Sir Cyril Smith en de conservatieve politicus Sir Peter Morrison zijn twee van de mannen die ‘gekend waren om hun seksuele interesse in kinderen’ en die aan vervolging ontsnapten, door toedoen van politici, politie en aanklagers. Peter Morrison was ook een tijdlang privésecretaris van Margaret Thatcher, de toenmalige Britse premier.
‘De politie gaf weinig aandacht aan het welzijn van de uitgebuite kinderen’, zegt het rapport. ‘Politieke partijen waren, zelfs vrij recent, meer bezig met de politieke gevolgen dan met de bescherming van de kinderen.’
Zowel Morrison als Smith kreeg later het Britse ‘ridderschap’, wat hen de titel van ‘sir’ opleverde.
Er zijn geen bewijzen voor een ‘georganiseerd pedofilienetwerk gevonden’. ‘Toch is het effect voor de kinderen die onder het misbruik van de individuen gelinkt aan Westminster hebben geleden even zwaar.’
Het rapport maakt deel van een groter ‘Onafhankelijk onderzoek naar kindermisbruik’, een van de grootste en duurste onderzoeken ooit in het Verenigd Koninkrijk.
